Leren in supervisie gebeurt door reflectie op je werk en op jezelf als professional, begeleid door de supervisor. Jij, de supervisant, bepaalt wat er aan de orde komt. Jij geeft ook aan wat je wilt bereiken, wat je leerdoelen of leervragen zijn.
Elke bijeenkomst start met een door jou gekozen concrete casus of werkervaring. Je kunt die van te voren beschrijven of mondeling inbrengen. Daar gaan we dan mee aan de slag. Zo’n reflectieproces bestaat uit meerdere stappen.
Na de inbreng volgt de analyse: wat speelt er zoal in mee, welke zijn de belangrijke aspecten of elementen.
We onderzoeken mogelijke invloeden, patronen. Ik maak daarbij gebruik van diverse methodieken en werkvormen; ontleend aan de gestaltbenadering of gebaseerd op verschillende leertheorieën.
Als het lukt ontwikkelen we één of meer handelingsalternatieven, die je vervolgens uit kunt proberen.
Na elke bijeenkomst schrijf je een reflectieverslag.
Het eerste gesprek is een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Daarna volgt een serie van (meestal) tien gesprekken. Bij individuele supervisie duurt een gesprek een uur tot vijf kwartier. Bij groepssupervisie reken ik op ongeveer drie kwartier per persoon.